Interieur Historisch Museum, Brielle

Het oude monumentale stadhuis in het centrum van Brielle wordt voor representatieve doeleinden gebruikt. Er worden raadsvergaderingen gehouden en men kan er trouwen. Het gebouw fungeert als entree voor het historisch museum dat gevestigd is in de naastgelegen oude stadsgevangenis en biedt huisvesting aan een galerie. Bovendien worden er lezingen, recepties, feesten en workshops georganiseerd.

VVKH heeft voor de begane grond een nieuwe inrichting ontworpen waarmee de routing helder en overzichtelijk is geworden. Met nieuwe, verrijdbare meubels, samengesteld uit staalplaat en glas, is ingespeeld op flexibel ruimtegebruik binnen het gebouw. In de grote nieuwe entree prijkt het oude kanon van het Brielse schip "de Brederode", dat in 1658 in een zeeslag bij Zweden is gezonken.

Bij de herinrichting is gezocht naar een goede balans tussen oud en nieuw en het zichtbaar maken van functies. Oorspronkelijke ruimtes zijn hersteld om het monumentale karakter, de sfeer en de waardevolle elementen zoveel mogelijk te behouden.

Status gerealiseerd 2009
Architecten Gerrit-Jan van Rijswijk
Opdrachtgever(s) Gemeente Brielle
Gerelateerd

Midden in de Vijfhoek, een pittoreske buurt in de binnenstad van Haarlem, ligt een groot pand dat in 1908 werd opgericht door de firma Waaning als fabriek voor Haarlemmer Olie. Inmiddels heeft het pand de status van gemeentelijk monument. Het deel aan de Doelstraat had een representatieve functie. In rijk geornamenteerde kantoorvertrekken werd het bezoek ontvangen dat overtuigd moest raken van de goede eigenschappen van deze wonderolie. Het achterste deel bestond uit magazijn en personeelsvertrekken, en grenst aan een binnenplaats met kokerij. Enkele dagen in het jaar werd hier het zwavelrijke goedje gebrouwen.
Sinds de jaren ’80 is het gebouw in gebruik als woonhuis. De scheiding tussen voor- en achterhuis is doorbroken, maar de sfeer van vroeger is nog goed te herkennen. De nieuwe eigenaar vroeg ons een plan te maken om het gehele pand klaar te maken voor een nieuwe eeuw: energiezuinig, comfortabel, en gericht op het plezier van het wonen, zowel aan de binnentuin als aan de straat. De garagedeuren die afgetimmerd waren vervangen we door royaal beglaasde vouwdeuren. Met vlasisolatie wordt het gebouw van binnen ingepakt. Beglazing wordt vervangen, het dak van buiten geïsoleerd. Warmtepompen en zonnepanelen voorzien in een duurzame energieopwekking. In nauw overleg met Erfgoed blijven karakteristieke elementen behouden. En beginnen de nieuwe bewoners weer een volgend hoofdstuk in de rijke geschiedenis van dit gebouw.

In nauwe samenwerking met restauratie-aannemer Burgy, EPOS advies en energieadviesburo Kroon werd een plan van aanpak opgesteld. Februari 2024 is de bouw gestart.

In 2014 is in het kader van de Herijkingsagenda van de TU Delft de huisvesting voor het TU Delft Process Technology Institute gerealiseerd. In deze nieuwe organisatie zijn diverse leerstoelen binnen de afdelingen van zowel de faculteit 3mE als de faculteit TNW ondergebracht.  De huisvesting is gerealiseerd binnen de bestaande hal 3 van de faculteit 3mE, een grote industriële hal met sheddaken, en in de aangrenzende kantoorvleugel en een recente uitbreiding aan de Leeghwaterstraat. De totale herinrichting beslaat ca. 3600 m2; circa 2.800 m2 labruimtes, 400 m2 kantoor- en vergaderruimtes, 120 m2 studie- en onderwijsruimtes, en 280 m2 algemene voorzieningen.

In de nieuwe huisvesting profileert het TU Delft Process Technology Institute zich op het gebied van 3 toepassingsgebieden rondom procestechnologie en stromingsleer. Het onderzoek binnen deze gebieden heeft veelal een duurzame kant: het gaat bijvoorbeeld om energiezuinige productieprocessen, afvalverwerking, waterzuivering, en alternatieven voor schaarse grondstoffen. Onderwerpen die niet alleen belangrijk zijn voor de industrie, maar voor de hele samenleving. In de loop der jaren had de organisatie op verschillende plekken binnen de TU een scala aan proefopstellingen verzameld, waarvan eerst uitgezocht moest worden welke nog relevant, toekomstbestendig, veelbelovend, of vergeten en mislukt waren. Een bijzonder complexe puzzel, waarbij de nieuwe huisvesting ook nog eens ruimte moet bieden voor de experimenten van de toekomst. Met een heldere organisatie van ruimtes en installatietechniek, met oog voor brandveiligheid, en met veel geduld is de hele operatie tot een succes gebracht.  De nieuwe huisvesting bevordert de samenwerking tussen de betrokken afdelingen, en zorgt ervoor dat het onderzoek ook zichtbaar is voor de hele gemeenschap. De verschillende afdelingen maken gebruik van gedeelde onderzoeksfaciliteiten, een gemeenschappelijk macrolab, waar grote proefopstellingen kunnen worden gebouwd, om de haalbaarheid van industriële toepassingen te testen. Kantoor- en vergaderruimtes zijn geclusterd in de aangrenzende vleugels, die een directe relatie hebben met de onderzoeksruimte. Hier hebben de afdelingen hun eigen werkplekconcept gerealiseerd. Ook is er een aantal studentenwerkplekken gecreëerd binnen de labomgeving, het zogeheten ‘kraaiennest’.

De bouwkundige ingrepen zijn ruim binnen het gestelde budget gerealiseerd. De bijzondere ruimtelijkheid van de oorspronkelijke industriehal geeft het plan extra waarde. Bij verbouwingen binnen een bestaand complex blijkt de impact van het aanpassen van de installaties niet te onderschatten, zowel ruimtelijk als financieel. Dat geldt zeker voor een labomgeving als deze. Veel aandacht is daarom uitgegaan naar het integreren van de installaties in het bouwkundig ontwerp.

Het instituut heeft met de nieuwe huisvesting een herkenbare, transparante en bovenal doelmatige leer- en werkomgeving gekregen. Het gebouw draagt bij aan de aantrekkingskracht van het instituut op studenten. In het nieuwe instituut werken ca. 80 medewerkers en 35 studenten. Daarnaast zijn ca. 100 PhD studenten werkzaam binnen het instituut. 

Een voormalige showroom voor auto’s is geheel verbouwd en geschikt gemaakt voor de Regionale Ambulance Voorziening.  Aan de zijde van de Vondellaan heeft de RAV een eigen gezicht gekregen door hier een klein museum voor antieke ambulances in te richten, aangevuld met een informatie- en presentatieruimte op de verdieping. Achter het museum ligt de ambulance-remise, gescheiden van het museum door een transparante wand. In de remise is alles gericht op een zo snel mogelijke uitruk zonder verstoringen, met een geheel eigen, gesloten routing. Het bestaande pand is met 2 verdiepingen uitgebreid. Hier bevinden zich de kantoren en een hightech opleidingscentrum. Deze ruimtes richten zich, samen met de uitrukdienst op de begane grond, op het spoor. Ook de spoorzijde, waar dagelijks vele reizigers zicht hebben op het gebouw, is als voorkant behandeld. Om glasbewassing mogelijk te maken is de nieuwbouw rondom voorzien van balkons. Door deze telkens subtiel verdraaid aan te brengen spelen zij samen met de geïntegreerde aluminium buitenzonwering een rol in het beperken van de warmteontwikkeling door zoninstraling.

 

fotografie: Roos Aldershoff ©

Voormalige werkplaatsen van de faculteit Industrieel Ontwerpen zijn teruggegeven aan de TU Delft. De werkplaatsen zijn omgebouwd naar computerzalen en worden ingezet voor centrale facilteiten zoals onder andere het digitaal tentamineren van studenten. De computerzalen hebben een eigen identiteit gekregen - thema "digitaal" - vormgegeven met teksten en fotoprints. Verfissende ledverlichting en interieurelementen complementeren het geheel. Op 1 oktober 2012 zijn de ruimten officieel door de studenten in gebruik genomen.